Het wierookritueel is vandaag de dag nog steeds een fascinerende ervaring, zoals dat al sinds de oudheid is.
Bij verbranding worden edele stoffen zoals hout, harsen en kruiden omgezet in rook, die de essentie naar een subtiel niveau brengt. Het doel van roken was en is om door middel van rook ons aardse denken te verbinden met de waarneming van subtiele, onzichtbare sferen.
We vinden rust in de zacht krullende rookkolom en krijgen nieuwe kracht voor onze ziel.
Traditioneel werd wierook gerookt op gloeiende kolen. Je hebt een vuurvaste container en eventueel wat zand nodig.
Tegenwoordig is de meest populaire steenkool zelfontbrandende steenkool. Het is gemakkelijk te gebruiken omdat het, eenmaal aangestoken, zichzelf ontsteekt. Maar ook hier moeten we ervoor zorgen dat de steenkool tijdens het ontstekingsproces voldoende lucht om zich heen krijgt.
De andere manier van roken is roken boven een theelichtje met een zeefje. Deze methode is gebaseerd op aromatherapie. Een zeer fijne zeef wordt over een theelichtje geplaatst op een afstand van ca. 5 tot 10 cm. Aromalampen waarvan je het bakje kunt verwijderen en vervangen door een wierookzeef of speciaal voor de zeven gemaakte wierookbranders zijn hiervoor geschikt. De kruiden of harsen worden direct op de zeef geplaatst. Ze branden langzaam uit door de opstijgende hitte van de kaarsvlam. Let op: Als het net te dicht bij de kaars komt, kunnen kruiden of harsen ontbranden. Laat het alstublieft niet onbeheerd achter!